Header fallback 1

Tuincentrum Culemborg

De casus van het tuincentrum in Culemborg is volgens William van de Worp van Ontwikkelings- en Herstructureringsmaatschappij Gelderland (OHG) hét voorbeeld van een optimale samenwerking tussen OHG en gemeente. ‘Het uiteindelijke doel is niet bereikt, maar we hebben met onze ontwikkelkracht wel een doorslaggevende bijdrage kunnen leveren in het proces.’

Om te begrijpen hoe een traject dat niet is uitgemond in een project toch een succesverhaal genoemd mag worden, doen we een stapje terug in de tijd. ‘Een groot tuincentrum in Culemborg bestaat al ruim 60 jaar en is door de jaren heen omringd door woningen’, legt Angela Gijzel van de gemeente Culemborg uit. ‘Op de huidige locatie is geen mogelijkheid tot uitbreiding en dat betekent dat het tuincentrum naar een nieuwe plek moet verhuizen. Rond 2007 lijkt een geschikte locatie gevonden: een perceel aan de rand van Culemborg: De Driehoek.’

Impasse

Als alles in kannen en kruiken lijkt en het tuincentrum zijn nieuwe perceel heeft gekocht, gooit een reconstructie van het naastgelegen kruispunt, uitgevoerd door de provincie, roet in het eten. Door de reconstructie is er geen ontsluitingsweg meer voor klanten van het tuincentrum. De gemeente biedt een nieuw perceel aan op een andere locatie. Maar er is een probleem: het geld dat het tuincentrum nodig heeft om dat perceel te kunnen aankopen, moet komen uit de verkoop van De Driehoek. Heeft de gemeente soms interesse? Gijzel: ‘Met de eigenaar van het tuincentrum, de provincie en de gemeente spreken we de intentie uit om het huidige tuincentrum en de Driehoek te ontwikkelen als woningbouwlocaties. Maar de planontwikkeling voor woningbouw duurt lang, we kunnen dus niet de zekerheid geven dat de vergunningen onherroepelijk zouden worden.’ Gemeente en ondernemer zitten in een impasse: het perceel op De Driehoek is niet niet meer geschikt voor het tuincentrum, geld voor aankoop van een nieuw perceel is er pas als op de Driehoek woningbouw kan plaatsvinden en dat kan pas als er duidelijkheid is over de bestemmingswijziging en omgevingsvergunning.

OHG doorbreekt impasse

Gijzel meldt zich bij OHG met de vraag of die kan meedenken over een oplossing. Van de Worp blikt terug op dat moment: ‘Alles liep vast op financiering. De oplossing ontstond door heel open met elkaar in gesprek te gaan en de grenzen van alle partijen op te zoeken: hoeveel financiële ruimte heeft iedereen nou echt? Hoever is iedereen bereid om te gaan? En hoe kunnen we de risico’s het best verdelen? Het tuincentrum kon nog een inbreng doen, OHG wilde na verschillende gesprekken met de gemeente maximaal voorfinancieren met de verwachting dat de vergunning voor de ontwikkellocatie er zou komen. En mocht dat niet lukken, dan was de gemeente bereid voor een deel garant te staan.’

Tijdsdruk gooit roet in het eten

Opnieuw lijkt er een doorbraak, maar nu zorgt tijdsdruk voor een kink in de kabel. Van de Worp: ‘Het bedrag dat OHG kon voorfinancieren was niet voldoende om de grond te kunnen aankopen. Het resterende bedrag moest van een externe financier komen. Die had veel tijd nodig om dat te regelen. Te lang. De bouw van het nieuwe tuincentrum moest op tijd starten om open te kunnen vóór het verkoopseizoen.’ Uiteindelijk trekt de eigenaar van het tuincentrum de stekker uit het project en stopt hij met zijn onderneming.

Goede samenwerking

Dat Van de Worp desalniettemin terugkijkt op een geslaagd project, zit hem in de goede samenwerking tussen de betrokken partijen legt hij uit. ‘Door goede gesprekken met onder anderen de wethouder, besloten wij om te voorfinancieren. Daarop besloot de gemeente voor een deel garant te staan en kon de ondernemer ook maximaal over de streep komen en was de impasse doorbroken. Van Gijzel blikt terug; “Het is jammer dat het tuincentrum uiteindelijk niet voor Culemborg is behouden. Het blijkt dat in de praktijk OHG met een frisse blik impasses kan doorbreken voor en samen met de gemeente en daarmee oplossingen kan aanreiken in de (her-) ontwikkeling van locaties en gebieden”.

OHG is de Ontwikkelings- en Herstructureringsmaatschappij  van de provincie Gelderland. Deze casus stond eerder in het Jaarbericht 2022.