Header fallback 1

‘Warmte-as-a- service’ zorgt voor aardgasvrije gebouwen

Nederland streeft naar 100% duurzame en CO2-neutrale energievoorzieningen in 2050. Energy Bridge uit Arnhem levert een bijdrage aan het behalen van dit doel met het verduurzamen van gebouwen. Het bedrijf richt zich op het aardgasvrij maken van bestaande gebouwen, kantoren en appartementencomplexen. “Tachtig procent van de gebouwen die er in 2050 staan bestaan nu al,” zegt Energy Bridge medeoprichter Jan-Maarten Elias: “De grootste uitdaging ligt dus in de gebouwen die we al hebben.” Met het ‘warmte-as-a-service’-contract neemt Energy Bridge het ontwerp, uitvoering, beheer en onderhoud volledig uit handen van gebouweigenaren van kantoren, woningcorporaties en verenigingen van eigenaars (vve’s). Oost NL ondersteunt het bedrijf via het programma De Groeiversneller.

Gebruik van lokale natuurlijke energiebron

Het draait om bestaande gebouwen met een collectief verwarmingssysteem. Op een ‘natuurlijk vervangingsmoment’ komt Energy Bridge om de hoek kijken: ”Als de ketel of de koelmachine vervangen moet worden is dat een goed moment om te kijken of je kunt verduurzamen. Of wanneer een kantoorpand leeg komt te staan en je wilt van energielabel G naar A,” vertelt Elias. Energy Bridge bekijkt in de omgeving welke natuurlijke energiebron het beste bruikbaar is. Dat kan de zon of de lucht zijn. Of de bodem: “We kunnen een put in de bodem maken, het water omhoog pompen en dat gebruiken voor de warmtepomp.” Ook is het mogelijkheid Groente-Fruit-Etenswaren (GFE)-afval als energiebron te gebruiken, in de omgeving van hotels. Met het GFE-afval kan via een biovergister ‘groen’ gas gemaakt worden om het water in de cv-ketel te verwarmen. Energy Bridge neemt het bestaande energiecontract over en garandeert voor een vaste prijs de warmtelevering voor 15 jaar. Het financiële voordeel is voor de investeerder van de duurzame installatie.

Startup met 30 jaar ervaring

Energy Bridge is weliswaar een jong bedrijf maar Elias en zijn team hebben ruim 30 jaar ervaring in het verduurzamen van gebouwen. “We adviseren, realiseren én geven een ‘prestatiegarantie’. We regelen het van a tot z, dat maakt ons uniek.” Recentelijk sloot Energy Bridge een warmte-as-a-service-contract met een vastgoedbedrijf in Arnhem. Hiervoor maakte Elias gebruik van de lucht als energiebron. De techniek van de bestaande luchtbehandelingskasten op het dak was verouderd en niet geschikt voor de steeds warmer wordende zomers. Energy Bridge verving de traditionele koelcompressoren voor twee warmtepompen. De pompen leveren een besparing op van zo’n 60% aardgas. Samen met de zonnepanelen op het dak daalt de CO2-uitstoot zo tot meer dan 25%.

Uitdagingen

Op de vraag of Elias hobbels op de weg tegenkomt met zijn jonge bedrijf antwoord hij lachend: “Zoveel, maar anders is het ook niet leuk!” Een van de uitdagingen is het vinden van samenwerkingspartners. “We willen werken met partijen die open staan voor nieuwe ideeën. Partners heb je nodig, alleen kun je het niet.” Ook het werven van personeel is niet altijd makkelijk: “We zoeken medewerkers die niet alleen technisch goed zijn, maar die ook kunnen meedenken met de klant.”

De Groeiversneller

Elias is al jaren bekend met Oost NL en las op de website van de ontwikkelingsmaatschappij over het programma De Groeiversneller. “We hebben een heel nieuw type contract moeten ontwikkelen voor warmte-as-a-service, zoiets bestond nog niet in Nederland. Dankzij Oost NL en de groeivoucher konden we de kennis van een jurist inschakelen,” vertelt Elias. Oost NL bracht het bedrijf ook in contact met mogelijk interessante partners. “Gebruik kunnen maken van het netwerk van Oost NL, dat is heel prettig!”

En waarom Elias duurzaamheid zo nauw aan het hart ligt? “Mijn vader was huisarts en vond uiteraard aandacht voor de medemens en gezondheid belangrijk. Dat heb ik meegekregen en ook op mijn kinderen overgebracht. In mijn studententijd zo’n 30 jaar geleden was duurzaamheid en CO2-reductie nog geen issue, maar later dacht ik, het is iets waar we echt vandaag aan moeten bijdragen!”