Oost NL

Samen zijn we ieder jaar ‘Weltmeister’

​Oost-Nederlandse bedrijven laten grote kansen liggen in Duitsland. En andersom ook. Stom? ,,Nou ja,” zegt Hans Brouwers manager handelsbevordering met Duitsland bij ontwikkelingsmaatschappij Oost NL in Apeldoorn. ,,Er ligt wel goud in de achtertuin.”


AWL

​Hij is sinds anderhalf jaar bezig om bedrijven over de grens te trekken en bruggen te slaan. Dat is nodig ook, denkt hij. Over en weer. ,,Nederlandse en Duitse ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf denken nog veel in halve cirkels. Ze staan met de rug naar de buren en richten het vizier vooral op hun eigen land,” constateert Pieter Dillingh, senior business developer bij Oost NL.


Oost NL versterkt in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de provincies Gelderland en Overijssel de regionale economie. De ontwikkelingsmaatschappij organiseert onder meer handelsmissies. Ook naar Duitsland. En andersom regelt Oost NL tegenbezoeken.

Het is nou ook weer niet dat Duitsers en Nederlanders helemaal niets met elkaar op hebben. Integendeel. Handel over en weer tussen Nederland en Duitsland is jaarlijks goed voor 180 miljard euro per jaar. Maar, zegt Hans Brouwers, er blijven nog veel kansen onbenut. ,,Als je als ondernemer die kant opkijkt, over de grens heen, heb je veel meer klanten dan alleen in Nederland.” En andersom kijken bedrijven in Duitsland gemakkelijker naar Duitse partners dan naar Oost-Nederlandse ondernemingen. 
Maar waarom doen ‘we’ dat en laten ‘we’ die handel liggen? 


Cultuurverschillen 


De eerste reflex ‘richting eigen land’ komt volgens Pieter Dillingh onder meer door cultuurverschillen, ondernemers voelen een taalbarrière, zien op tegen andere, ‘vast wel ingewikkelde’ regelgeving. ,,Dat geldt over en weer.” Duitsers zijn behoudender, gründlich, hiërachischer, spelen meer op zeker. Nederlanders zijn beweeglijker, creatiever, informeler, polderaars en nemen sneller risico’s. 

Nederlandse ondernemers zijn direct, Duitsers willen eerst een vertrouwensband opbouwen. Hans Brouwers: ,,Maar als je dat vertrouwen eenmaal hebt, dan ben je ook binnen.” 

Het is allemaal niet ‘heel ingewikkeld anders’, je moet er wel rekening mee houden, zegt hij. ,,Als je de eigenschappen van Duitsers en Nederlanders zou optellen, heb je een onverslaanbaar team, zijn we ieder jaar Weltmeister.”​


De hang om eerst naar zakenpartners in eigen land te kijken, komt ook omdat bij ondernemers helemaal het besef niet bestaat dat er ‘goud in de achtertuin’ ligt, zoals (officiële titel) Deutschland Beauftragter High Tech und Industrie für den Osten der Niederlande Hans Brouwers dat noemt. ,,We weten van elkaar niet wat er om de hoek, aan de andere kant van de grens allemaal bestaat.” 


Dillingh: ,,Duitsers kijken eerder naar de Randstad.” Brouwers: ,,Technologieën als bluetooth en wifi ontstonden in Oost-Nederland, zeg ik als ik in Duitsland ben en ons verhaal vertel. Wij hebben hightechbedrijven en universiteiten. Het is geen toeval dat wereldberoemde bedrijven als Booking.com en Takeaway.com (in Duitsland Lieferando.de) uit Oost-Nederland komen.”

Hij nam laatst een groep Duitse journalisten mee op een reis langs ‘misschien wat minder bekende, maar zeker zo succesvolle bedrijven uit Overijssel en Gelderland’. Brouwers: ,,Ik vertelde ze dat er in Oost-Nederland veel van dat soort ‘hidden champions’ zijn, verborgen kampioenen, vooral in de high-tech branche.”​


Brouwers: ,,Ik wil een loopbrug leggen, onbekendheid wegnemen. Daar was die reis heel belangrijk voor. Of dat werkte? Ja, zeker. Ze waren verrast en onder de indruk van onze ondernemersgeest.” Guido Hartmann, economieverslaggever bij Welt am Sonntag schreef: ‘In Duitsland willen de meeste jongeren het liefst ambtenaar worden. Risico nemen en durven falen zit duidelijk niet in ons dna.’ En dat ondernemerslef zag hij wel bij jonge Nederlandse bedrijven.


En Lutz Kämpfe van Westfälische Anzeiger registreerde dat Nederlandse bedrijven sneller en alerter reageren op nieuwe ontwikkelingen. ‘Sommige Duitse ondernemers hebben nog altijd de neiging om te denken dat het internet iets is wat wel weer weggaat. In Nederland kun je zelfs in de kleinste winkel pinnen.’


Industrie 4.0


Maar er zijn ook moderne regio’s.  In Ost-Westfalen Lippe bijvoorbeeld  schreven ondernemers een innovatieplan dat zich vertaalt in 170 concrete projecten. Onderwijs en universiteiten doen mee. De landelijke regering vond dat zo bijzonder dat zij OWL uitriep tot Industrie 4.0-gebied en veertig miljoen euro overmaakte. Ost-Westfalen Lippe is een gebied dat Brouwers weer graag onder de aandacht van Nederlandse bedrijven wil brengen.  Met Oost NL neemt hij regelmatig  Oost-Nederlandse ondernemers mee op handelsmissie en bezoekt hij beurzen in Duitsland, zoals pas nog de Zuliefermesse in Bad Salzuflen. ​

​Brouwers doet zijn actieve zendingswerk voor handel met Duitsland en andersom nu anderhalf jaar. Hij regelt eventueel coaches en ontzorgt ondernemers. Keiharde cijfers over wat dat heeft opgeleverd heeft hij nog niet en hoeveel goud er precies aan de andere kant van de grens ligt ook niet. ,,Dat is moeilijk te meten. Maar ik zie wel hele mooie dingen ontstaan, hoor van bedrijven dat zij veel aan onze inzet hebben en een deel van de omzetstijging aan onze activiteiten danken.” 

​Internationaliseren is hoe dan ook belangrijk, voor bedrijven en voor onze economie, zegt hij. 

Brouwers: ,,Het geeft je een bredere basis en grotere continuïteit. Over het algemeen zie je dat bedrijven die internationaal werken het beter doen.” Overijssel en Gelderland zijn samen goed voor 15 procent van de totale Nederlandse export. Een kwart daarvan gaat op dit moment ongeveer naar Duitsland. Tendens: stijgend.

​Het Enschedese bedrijf 4silence is een start-up van de Technische Universiteit van Twente. Daar ontdekten ze een goedkoop en veel compacter alternatief voor de geluidswal. Zoals hier op de foto direct naast de weg levert al een geweldig lawaai-beperking op. De truc is dat de WHIS-stone het geluid naar boven, recht omhoog kaatst. 

Er zijn ook nog twee varianten: de WHIS-wall en WHIS-top. De ‘top’ komt bovenop een geluidswal en versterkt op die manier de geluidsreductie fors. In Nederland liggen al proefvlakken, vanaf volgend jaar is de uitvinding gecertificeerd en kan hier de grote uitrol beginnen, verwacht directeur Eric de Vries. En daarna Duitsland...

,,Dat gaat lukken. Oost NL heeft ervoor gezorgd dat we op het goede moment met de goede mensen aan tafel zijn gekomen: bij Deutsche Bahn en bij de Beierse wegenbouw. Fantastisch natuurlijk. Dat was ons nooit zo snel gelukt.” Hij merkt het cultuurverschil. ,,In Nederland begin je gewoon en gaandeweg tackel je de hobbels. We hebben zelfs gemeenten die tegen ons zeggen: leg het maar vast aan, die certificering zien we wel, we nemen het risico. Dat zou in Duitsland niet gaan. Duitsers regelen alles vooraf; gedetailleerd en gestempeld. Dan duurt het langer voor je zover bent, maar is alles wel helemaal duidelijk. Dat gründliche en hiërarchische heeft ook zo zijn voordelen.”


Dit artikel verscheen op 5 december in De Stentor.​