InteRNA Technologies helpt op basis van microRNA’s een nieuwe generatie medicijnen tegen kanker te ontwikkelen. Doel van het Nijmeegse bedrijf is het op de markt brengen van meer effectieve medicijnen.
Zoektocht naar het ultieme medicijn tegen kanker
InteRNA Technologies ontwikkelt op basis van microRNA’s een nieuwe generatie medicijnen tegen kanker. Directeur Roel Schaapveld heeft een enorme drive om met het Nijmeegse bedrijf zijn droom werkelijkheid te laten worden: het ultieme medicijn tegen kanker op de markt brengen. Schaapveld wordt daarbij ondersteund door vakgroepen van de Radboud Universiteit en een investering van Oost NL.
Met InteRNA Technologies ontwikkelen jullie medicijnen tegen kanker. Gaan we de strijd tegen kanker ooit winnen?
Schaapveld: “Dat betwijfel ik. Er zijn inmiddels te veel kankerindicaties om ze te kunnen uitroeien. Maar we hebben wel bewezen dat we iets tegen kanker kunnen doen. We kunnen levens verlengen en redden. Dat het aantal kankerpatiënten stijgt, komt ook doordat we steeds ouder worden. Neem prostaatkanker bij mannen. Dat kwam vroeger minder voor, omdat die mannen al waren overleden voordat ze het kregen. Neemt niet weg dat er diverse varianten zijn die we pas in een laat stadium kunnen indiceren of die we niet kunnen behandelen. Daarnaast reageert niet iedereen hetzelfde of soms zelfs helemaal niet op medicatie.”
De invloed van de psyche op mens moet je niet onderschatten.
Heeft de constatering dat medicijnen niet op iedereen effect hebben, gevolgen voor de manier waarop kankerpatiënten behandeld gaan worden?
“Zeker. Vroeger gaven we iedereen bij een ziekte hetzelfde pilletje. Ook al hielp het niet. We gaan nu van tevoren vaststellen of de patiënt daadwerkelijk wat heeft aan de medicatie. Als je niet in een dergelijke subgroep valt, heeft het geen zin de medicatie te geven. Dat proces is al gaande. En is noodzakelijk om de ziektekosten in de hand te kunnen houden. Die omslag verloopt moeizaam. Dat is begrijpelijk. Immers, als je kanker hebt, wil je die chemokuur toch proberen ook al vertelt de dokter je dat die medicatie jou niet gaat helpen.
Er was een medewerkster bij een van mijn vorige werkgevers waarbij de chemokuren niet aansloegen. Er kwam een trial van een nieuw medicijn waaraan ze wilde meedoen. Maar ze beschikte niet over een bepaald eiwit, waardoor ze niet in aanmerking kwam. Twee dagen later was ze overleden. Blijkbaar heeft ze een knop omgezet. De invloed van de psyche op mens moet je niet onderschatten. Als wetenschapper kan ik het niet verklaren, maar ik geloof dat iemand die positief in het leven staat meer kans heeft om kanker te overleven.”
Het is wel mijn drive om een geneesmiddel op de markt te brengen dat kanker kan behandelen of zelfs genezen.
Is jouw drive het ontwikkelen van medicijn tegen kanker of het opzetten van een succesvol bedrijf?
"Om deze baan goed te doen, moet je wel een bepaalde betrokkenheid hebben. Ik zou zelf geen uitdaging zien in het ontwikkelen van nieuwe schoenen of luiers. Het is wel mijn drive om een geneesmiddel op de markt te brengen dat kanker kan behandelen of zelfs genezen. Zeker omdat er ook kanker in mijn familie voorkomt. Dat geeft een extra drive.
Maar ik vind mijn baan juist interessant omdat het een combinatie is van wetenschap en business. De ene keer zit ik bij een overleg over de testresultaten van eiwitten, daarna praat ik met advocaten over patenten of met financiers over een investering. Die afwisseling trekt me enorm aan in deze baan.”
Bij het overgrote deel van de participaties van Oost NL is de ondernemer ook de bedenker of uitvinder van het product. Jij participeert in InteRNA Technologies, maar hebt het wetenschappelijk onderzoek naar de microRNA niet zelf uitgevoerd. Maakt dat jou een ander soort ondernemer?
“Dat kan ik niet helemaal beoordelen. Ik ben hier ingestapt met als enige doel van InteRNA Technologies een succes te maken. Toen Aglaia Oncology Fund, dat InteRNA Technologisch heeft opgericht, iemand zocht om de zaak te runnen en contact met mij had, wist ik dat ik erin moest stappen. Dit was wat ik altijd heb gewild. Als ik het niet had gedaan, zou ik daar altijd spijt van hebben gehad. Ik wilde ook aandeelhouder zijn. Zonder die mogelijkheid was deze job voor mij een stuk minder interessant geweest. Ten opzichte van veel wetenschappers heb ik als voordeel dat ik minder eigenwijs ben. Ik ben na mijn wetenschappelijke studie de business in gegaan. Daar heb ik geleerd dat je niet alle wijsheid in pacht kunt hebben en moet openstaan voor suggesties van anderen.
Wij hebben bij InteRNA Technologies niet voor niets een wetenschappelijke adviesraad (Scientific Advisory Board, SAB) ingesteld en ook een Raad van Commissarissen (RvC). Veel founders zitten niet altijd te wachten op een SAB en RvC, waar Oost NL juist de meerwaarde van ziet. Ik onderschrijf die meerwaarde, want deze adviseurs en commissarissen hebben voor ons al heel wat bereikt.”
Oost NL vult het gat op dat die klassieke venture capitalisten achterlaten.
De ontwikkeling van medicijnen draait vooral om het binnenhalen van geld. Voor elke volgende fase van het onderzoek ben je afhankelijk van het vinden van een investeerder of verkrijgen van subsidie. Een taak die voor een belangrijk deel op jouw schouders ligt. Zorgt dat voor druk?
“Dat brengt zeker druk mee. Tijdens de ontwikkeling van een medicijn verdienen wij niets, terwijl we wel voldoende budget nodig hebben om ons werk goed te doen. Maar die uitdaging geldt voor veel start ups. Het is een onderdeel van mijn baan. De druk zorgt er hooguit voor dat ik mogelijk zaken nog meer overweeg voor ik een beslissing neem. Ik raak er niet van in paniek. Ik loop lang genoeg mee in de industrie. Ik ken firma’s die nog voor drie weken cash hadden en nu heel succesvol zijn. Dat kan gewoon. Wij weten bij InteRNA Technologies waaraan we moeten werken, welke data we moeten verzamelen om de volgende fase te kunnen bereiken zodat we kunnen toewerken naar fase 1 van het klinische onderzoek, waarin we de medicatie kunnen testen op mensen.
Als we in fase 2 van het klinische onderzoek goede resultaten behalen, dan hebben we bewezen dat het medicijn werkt en krijgt het bedrijf een flinke boost. Dan moeten we in staat zijn om een financier of farmaceutische partner te vinden waarmee we de laatste fase 3 kunnen doorlopen. In die fase wordt het middel getest op een grote groep patiënten en vergeleken met de huidige gangbare behandelmethode. Dan kan het nog falen, maar de kans dat we daarna een geneesmiddel op de markt kunnen brengen, is dan wel heel groot.”
Om die fase te bereiken, werken jullie onder meer samen met de Vakgroep Experimentele Urologie (Prof. Dr. Jack Schalken en Dr. Egbert Oosterwijk) aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. De valorisatie van de kennis van die vakgroep is ook een reden dat Oost NL in InteRNA Technologies investeert. Waarom is de samenwerking met een Vakgroep belangrijk?
“Zij beschikken over technieken die wij niet hebben. Daarnaast hebben zij extra expertise, kennis over ziekten en patiëntmateriaal. Ook is de mankracht belangrijk die zij kunnen inzetten. Wij kunnen niet alle kosten dragen. Zonder dergelijke samenwerkingen zouden wij ons onderzoek niet kunnen voortzetten.”
Goed dat Oost NL Biotech Events houdt waar mensen uit de branche elkaar treffen.
Oost NL wil meer gaan investeren in biotech. Wat vind je van de rol die Oost NL vervult bij InteRNA Technologies?
“Door de crisis in de markt kan een venture capitalist niet meer vroeg instappen bij start ups. Oost NL vult het gat op dat die klassieke venture capitalisten achter laten. Dat is belangrijk, want met minder geld loopt de ontwikkeling van medicijnen vertraging op. Om in de biotech te kunnen investeren, moet je beschikken over een lange adem. Het is belangrijk dat een investeerder nog een tweede ronde kan bijstorten, anders “verwatert” je aandeel.
Oost NL heeft de potentie om in de biotech een goed netwerk op te bouwen. Niet alleen van investeerders, maar ook van bijvoorbeeld kennis en personeel. Goede medewerkers zijn cruciaal. Wat dat betreft zit er hier in Nijmegen veel potentie met de hogere laboratoriumschool en de Radboud Universiteit. Het is ook goed dat Oost NL Biotech Events houdt waar mensen uit de branche elkaar treffen. Daar kom je weer andere mensen tegen om te netwerken en ervaringen uit te wisselen. Oost NL investeert nog niet lang in de biotech, maar heeft de mogelijkheden om een grotere rol te spelen.”