Header fallback 1

Veganistische worstjes dankzij internationale samenwerking en FOOD2020

Steeds meer mensen eten minder vlees, ook buitenshuis. Naast de vraag groeit ook het aanbod. Speciaal voor de horeca ontwikkelde Evolution Meats uit Putten 100% plantaardig ‘vlees’. Gestart met vegetarische kebab heeft het bedrijf nu ook drie soorten geheel plantaardige (diepvries) worstjes in haar assortiment. Het had ‘heel wat voeten in de aarde’ voor het zover was, zegt medeoprichter Mark Laponder: “We zijn een jaar bezig geweest met testen en ontwikkelen.” Mede dankzij een Duitse partner en het FOOD2020 programma zijn de hotdogs, chipolata worstjes en bratwursten van veldbonen en rijst nu klaar om de markt te veroveren. “We hebben met ondersteuning van FOOD2020 iets kunnen ontwikkelen wat innovatief, duurzaam én lekker is.”

Bratwurst3.jpg

100% taste, 0% animal

Evolution Meats is niet de enige met plantaardige worstjes; wat maakt hun worstjes zo uniek? “Allereerst bestaat ons worstendeeg alleen uit veldbonen en rijst. Anderen voegen vaak soja toe, dat geeft een bijsmaak. We hebben erg veel tijd besteed aan het vinden van de juiste smaak en werken samen met een internationaal kruidenbedrijf.” Dat smaken per land kunnen verschillen heeft Laponder gemerkt: “We hadden op een gegeven moment wat meer peper toegevoegd. De Nederlanders vonden het erg lekker maar de Duitsers vonden het te peperig. We zochten naar een balans, een goed compromis. Dat hebben we nu. Met recht ‘100% taste, 0% animal.’ Verder gebruiken wij geen zeewiercoating, zoals de meeste vegan worsten. Als je dat bakt gaat het glimmen en ziet het er heel plasticachtig uit, veel mensen gruwelen daarvan. Onze worstjes hebben geen darmen meer dus hebben ze een natuurlijke uitstraling. Ook hebben we kippeneiwit vervangen door een ander bindmiddel.”

Ondersteuning FOOD2020

Op zoek naar een productiepartner kwam Evolution Meats uit bij de Duitse firma Damhus uit Rosendahl. “Zij maakten vegetarische worstjes, nog geen veganistische. We hebben hen erg verrast met onze recepturen, ze keken ons met grote ogen aan; ‘dit kan niet’, maar het kan dus wel. Iedereen vond het erg lekker.”  Het samenwerken met een Duitse partner beviel Laponder: “Vanaf dag 1 liep het goed. Zij hebben iets wat wij zochten, en wij brachten iets dat zij niet hebben. Oost NL wees mij op het FOOD2020- programma. Zowel wij als Damhus hebben erg veel uren in de ontwikkeling van onze duurzame vleesvervangers gestoken, dan is ondersteuning via een subsidie ontzettend fijn!”

Duurzaamheidsgedachte

Vleestechnoloog Laponder werkte jarenlang in de vleesindustrie, als ontwikkelaar van het ‘convenience’ assortiment. In 2018 startte hij met Andre Storteboom, Dennis Smith en Jacob Remijnse Evolution Meats. “We wilden iets nieuws maken. Deels speelden economische overwegingen maar we wilden het ook vanuit de duurzaamheidsgedachte; de markt moet veranderen, laten wij dan zorgen dat het ook lekker is. We richten ons niet speciaal op vegetariërs of veganisten, maar op flexitariërs. Consumenten die vleesconsumptie afwisselen met plantaardige vleesvervangers.”

Blijven innoveren

In oktober had Evolution Meats een stand op de grootste levensmiddelenbeurs ter wereld, de Anuga in Keulen. “Vanuit heel Europa hebben we aanvragen ontvangen voor onze worstjes. Het is al verkrijgbaar via een horecagroothandel en we onderzoeken mogelijkheden om het via webshops aan te bieden.” Wat zijn Laponders toekomstplannen? “We blijven innoveren, gaan kijken naar variaties met bijvoorbeeld met vegan kaas. Maar dat is voor later. Eerst gaan we hier een succes van maken!”

FOOD2020 is een Nederlands-Duits project waar bedrijven werken aan innovaties in de levensmiddelentechnologie. Oost NL is partner van FOOD2020. FOOD2020 fase II wordt in het kader van het INTERREG V A-Programma Deutschland-Nederland met middelen van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Ministerium für Bundes- und Europaangelegenheiten und regionale Entwicklung Nedersaksen, het Ministerium für Wirtschaft, Innovation, Digitalisierung und Energie Noordrijn-Westfalen, het Nederlandse Ministerie van Economische Zaken en Klimaat alsmede de provincies Drenthe, Fryslân, Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant en Overijssel ondersteund. De Eems Dollard Regio begeleidt het programmamanagement.