Oost NL

Nieuwe standaarden smeerolie voor circulaire motor

​Conform de Europese en nationale doelstellingen moeten fabrikanten veel meer gerecyclede kunststoffen inzetten. De huidige lage olieprijs zorgt voor flink wat zand in de motor, maar dat is niet het enige probleem. Door een gebrek aan informatie en de grote verscheidenheid aan benodigde specificaties weten aanbieders en afnemers elkaar onvoldoende te vinden. Het programma ‘Standaardisatie van de kwaliteit van gerecyclede kunststoffen’ moet daar verandering in brengen. Binnen het programma werkt een groot aantal organisaties aan het opbouwen en ontsluiten van essentiële kennis, zodat de markt beter gaat functioneren.
circulair
De gedachte achter het programma laat zich eenvoudig uitleggen. Wanneer er meer helderheid komt over de eigenschappen die recyclaat moet hebben om het in gangbare producten te kunnen verwerken, wordt het voor fabrikanten gemakkelijker om recyclaat toe te passen. Op basis van de vraag kunnen de recyclers de juiste kwaliteit in de juiste hoeveelheden produceren. Vervolgens kunnen fabrikanten bij meerdere recyclers winkelen voor hetzelfde materiaal.
 
Dat de markt nog lang niet zo ver is, blijkt uit een verkenning van Wageningen Food & Biobased Research. In het kader van het project ‘First assessment of the impact of impurities in PP en PE recycled plastics’ sprak projectmanager Ingeborg Smeding met een groot aantal recyclingbedrijven en afnemers. ‘De recyclers zeiden: “We doen ontzettend ons best, maar raken het recyclaat nauwelijks kwijt.” De fabrikanten zeiden: “Ik wil wel, maar wat we nodig hebben, is er gewoonweg niet.”’ Ook Eelco Smit, directeur Sustainability bij Philips, vindt dat aan de kwaliteit en beschikbaarheid nog veel moet worden verbeterd. ‘Dat is een concreet probleem. We doen zaken met regionale recyclingbedrijven, terwijl wij een wereldspeler zijn’, verklaarde hij in 2017 tegenover het Financieel Dagblad. Nu, drie jaar later, hangt de vlag er nauwelijks beter bij, concludeert Thor Tummers, manager Issues & External Affair bij Unilever. Tummers is namens de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie ook lid van het bestuur van Nedvang (Nederland Van Afval naar Grondstof). ‘We zijn tot de conclusie gekomen dat er een structureel verschil zit tussen de gewenste kwaliteit die we als levensmiddelensector willen en wat er bij de gemiddelde recycler als kunststofkorrel naar buiten komt.’ 
 
Kruisbestuiving versterken
Omdat de kwaliteit en volumes aan recyclaat onvoldoende aansluiten bij wat gevraagd wordt, houden veel fabrikanten vast aan het goedkope, relatief eenvoudig te verwerken virgin materiaal, of importeren ze gerecycled kunststof uit het buitenland. Het is een probleem dat al geruime tijd wordt onderkend door een breed scala aan kennisinstellingen, beleidsmakers en andere stakeholders. Het is dan ook geen toeval dat meerdere partijen gelijktijdig werken aan het verbeteren van de match. Om de kruisbestuiving te versterken, kennis uit te wisselen en dubbel werk te voorkomen, bracht de NRK de vertegenwoordigers van de afzonderlijke projecten samen in de stuurgroep ‘Vraaggestuurde standaarden’. De leden schreven mee aan het programma ‘Standaardisatie van de kwaliteit van gerecyclede kunststoffen’; een uitwerking van de Transitieagenda Kunststoffen. Met de sturing en houvast die het programma biedt, werken de partijen toe naar wat met een gerust hart de heilige graal kan worden genoemd:  een uitgebreid pakket gestandaardiseerde informatie over de benodigde eigenschappen van recyclaat, uitgaande van de voorkomende toepassingen. Deze toepassingen worden door de stuurgroep ingedeeld in productfamilies: gelijksoortige producten die met eenzelfde type recyclaat kunnen worden gemaakt. De partijen zijn het erover eens dat de circulaire doelstellingen alleen kunnen worden gehaald met een goed geoliede, transparante markt. ‘Standaardisatie maakt recycling voor alle partijen gemakkelijker. Zo bereiken we echt een gesloten kringloop’, aldus Eelco Smit in het FD.
 
Relevante parameters
Duidelijk is wel dat voor het opstellen van de standaarden nog bergen werk moet worden verzet. ‘Het zal nog een hele opgave worden om deze goed op te schrijven’, zegt Louis Jetten van JBS, die namens de NRK de coördinatie van de stuurgroep verzorgt. ‘We moeten goed onderzoeken welke parameters relevant zijn, zoals de viscositeit, kleur, mechanische sterkte en geschikte verwerkingsmethodes. Voor veel fabrikanten is het belangrijk om materiaal te kiezen dat geen verstoringen veroorzaakt. Grote merkeigenaren hebben véél volume nodig. Als een recycler omvalt, hebben zij een groot probleem. Voor die bedrijven is het belangrijk om het recyclaat met dezelfde eigenschappen bij verschillende partijen te kunnen kopen. Met de standaarden kan dus ook de leveringszekerheid worden verhoogd.’
 
NEN faciliteert het normalisatieproces op nationaal en internationaal niveau, met als doelstelling normen die de circulaire economie optimaal ondersteunen. In opdracht van het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat werkt NEN aan het opstellen van de eerste drie vraaggestuurde standaarden. ‘We zijn het format voor deze standaarden nu aan het uitwerken’, zegt Edward Zomers, Coördinator circulaire kunststoffen. ‘Er worden drie productfamilies gekozen en vervolgens uitgewerkt. Samen met de NRK, WUR en het PSP vragen we aanbieders en afnemers van recyclaat naar de eigenschappen die zij belangrijk vinden. 
 
We zijn op zoek naar indicatieve ranges voor die eigenschappen.’ Zomers geloof dat een pakket nieuwe normen, waarin de standaarden kunnen worden opgenomen, de markt versterkt en de handel versoepelt. ‘Binnen normen kun je breed gedragen afspraken vastleggen die het vertrouwen bevorderen in de kwaliteit en de veiligheid van producten, processen en diensten. De afspraken moeten uiteindelijk ook op Europees niveau worden gemaakt, zodat we een volwassen markt voor recyclaat krijgen.’ Op dit moment worden elders in Europa ook pogingen gedaan om nieuwe standaarden voor recycling te ontwikkelen. Om wildgroei van normen en versnippering te voorkomen, is overleg nodig tussen de verschillende Europese normcommissies. Om die reden speelt NEN een actieve rol in de coördinatie tussen de Circular Plastics Alliance en de opstellers van Europese normen binnen CEN/CENELEC, met als inzet de Europese doelstelling (tien miljoen ton ingezet recyclaat in 2025) te ondersteunen.
 
Digitale tool
Binnen andere projecten werken partijen aan het verzamelen van de inhoudelijke kennis. Wageningen University & Research (WUR) doet al jaren in verschillende projecten onderzoek naar de recycling van huishoudelijk afval. TNO houdt zich naast dit thema ook bezig met de recycling van plastics uit elektronische
apparaten. Het Nationaal Testcentrum Circulaire Plastics werkt aan betere technieken voor de sortering en recycling van verpakkingen. Via het Versnellingshuis Circulaire Economie wordt door VNO-NCW en het ministerie van I&W gewerkt aan innovatieve recyclingtechnologieën. De NRK onderhoudt contact met bedrijven die, gesteund door subsidie vanuit de regeling ‘Ketensamenwerking Circulaire Kunststoffen’, producten met recyclaat ontwikkelen. Bijna afgerond is een project van het Polymer Science Park (PSP) in opdracht van de provincie Overijssel. Het PSP keek bij bedrijven in Nederland hoe daar de match tussen vraag en aanbod van recyclaat voor producten voor de bouw en automotive kan worden gemaakt. Het onderzoek levert kennis op over de eigenschappen en de metingen die nodig zijn om recyclaat met meer voorspelbaarheid te kunnen verwerken. De komende twee jaar onderzoekt het PSP in welke productgroepen de grootste volumes kunnen worden ingezet. 
 
Het PSP werkt tevens aan een nieuwe digitale matrixtool, die over pakweg anderhalf jaar beschikbaar moet zijn. Via de tool, die mogelijk ook als app te downloaden is, krijgen fabrikanten toegang tot kennis over de eigenschappen van het benodigde recyclaat. De gebruiker vult onder andere de toepassing in, het basismateriaal en het verwerkingsproces, met aanvullend de mogelijkheid om eigenschappen toe te voegen. ‘Daarna krijgt hij een omschrijving van eigenschappen die het recyclaat moet hebben’, zegt Femke de Loos, projectleider Innovatie bij het PSP. ‘Ook de compoundeurs moeten de tool kunnen gebruiken. Immers, zij krijgen vanuit de markt
veel vragen naar specifieke typen recyclaat. Via de tool kunnen zij bepalen waar de vraag ligt en naar welke eigenschappen ze toe kunnen sturen, bijvoorbeeld door het toevoegen van additieven.’
 
De matrixtool wordt voorbereid binnen het brede internationale (INTERREG)-project ‘Di-Plast’. In de eerste versie zal het vooralsnog gaan om bouwproducten en verpakkingen. ‘In die producten wordt de meeste kunststof ingezet’, aldus De Loos. ‘Maar de tool is daarmee nog niet compleet. De volledigheid is in eerste instantie ook niet zo belangrijk, wel in hoeverre deze stimulerend werkt op de inzet van recyclaat. Dat gaan we testen in pilots middels een nulmeting en een vervolgmeting, om te beoordelen hoe de tool in de praktijk werkt en wat precies het effect is.’  
 
Oost NL is vanuit Oost-Nederland initiatiefnemer van Di-Plast. De provincies Overijssel en Gelderland zijn medefinanciers. Oost NL en het PSP zullen op basis van de bevindingen in de pilots werken aan de verdere verbetering en brede introductie van de tool. Ook Martijn Kerssen, business developer CE bij Oost NL, wijst op de belangrijke opgave om de tool na de introductie verder te vullen. Kerssen is onder meer belast met het organiseren van de financiering voor de projecten binnen het totale programma, via kanalen als Horizon2020, Life en de aanstaande Green Deal call. ‘Veel is al bekend bij de bedrijven die producten van recyclaat maken. We hoeven
dus niet steeds het wiel opnieuw uit te vinden, maar willen de bestaande kennis in de standaarden opnemen. Zo versnellen we de ontwikkeling van de standaarden en belonen we koplopers. Daarnaast roepen we bedrijven op die met financiering vanuit Europa en samen met kennisinstellingen producten met recyclaat willen ontwikkelen, om die kennis vervolgens ter beschikking te stellen als de standaard. Zo willen we ook aantonen dat produceren met recyclaat gewoon kan.’
 
Doorbraak-businesscases
Het PSP werkt binnen het Versnellingshuis ook samen met Rijkswaterstaat en MVO Nederland aan het opstellen van een sectorgericht, breed gedragen stappenplan. Dit plan moet de kwantitatieve doelen rond de inzet van recyclaat versneld dichterbij brengen. Samen met bedrijven uit de keten onderzoekt het PSP waar op korte termijn zogeheten ‘doorbraak-businesscases’ te realiseren zijn. ‘Alle beetjes helpen en vragen van kleine bedrijven pakken we heel serieus op’, zegt directeur Mireille Kinket. ‘Binnen dit project gaan we vooral kijken naar segmenten waar veel recyclaat kan worden ingezet. Denk aan bouwproducten, verpakkingen en consumptiegoederen. Samen met bedrijven onderzoeken we welke businesscases in specifieke productfamilies op korte termijn te realiseren zijn. Ook kijken we naar de bottlenecks voor de grootschalige toepassing. We hopen dat uiteindelijk veel bedrijven met zo’n businesscase aan de slag gaan en dus ook substantieel meer gerecycled materiaal zal worden ingezet.’ Kinket ziet in het project een goede kans om het economische speelveld te veranderen. ‘Het Versnellingshuis hee£ een directe link met de overheid. Daar kunnen we de mogelijke bottlenecks adresseren. De markt moet nog in ontwikkeling worden gebracht, zoals met de standaarden. We willen de doorbraakprojecten hier op een goede manier in positioneren.’
 
SysPlast
DPI, WUR, TNO en ISPT starten mogelijk begin 2021 met het meerjarige project Systemische aanpak van Plastics (‘SysPlast’), waarvoor momenteel een  subsidieaanvraag loopt. De organisaties willen gaan werken aan het optimaliseren van de recycling van post consumer verpakkingsafval. In een eerder project in opdracht van Nedvang is gekeken naar het elimineren van onzuiverheden uit dit materiaal, wat geheel handmatig werd uitgevoerd. ‘Heel arbeidsintensief’, weet Ingeborg Smeding van Wageningen Food & Biobased Research. ‘Op die manier, waarbij we elke verpakking in de handen hebben gehad en labels en doppen ebben verwijderd en versnipperd, kwamen we op meer dan 99,5 procent zuiver PP of PE. Bij een geautomatiseerd proces ga je daar met mechanische recycling nooit komen. De studie toont aan dat je bij post consumer materiaal altijd met onzuiverheden rekening moet houden.’
 
Binnen SysPlast bouwen de partijen door op deze kennis. De onderzoekers kijken naar slimme ontwerpen, betere sortering door watermerken of kunstmatige intelligentie en combinaties van mechanische, fysische en chemische recycling. Het onderzoek richt zich op de twee grootste plastic afvalstromen: PET en polyolefine. Uit deze laatste kan een zuivere fractie worden gesorteerd voor mechanische recycling en kan de restfractie worden gepyrolyseerd. Esther Zondervan, projectmanager Circulaire kunststoffen bij TNO, hoopt dat het post consumer verpakkingsafval uiteindelijk zowel chemisch als mechanisch tot food grade kan worden gerecycled.
 
Hier wordt ook aan gewerkt binnen het Plastic Pact. ‘Een erg hoge ambitie, dat geef ik toe. Maar je moet de lat hoog leggen. We willen honderd procent circulair zijn. Dan is het wenselijk dat je ook een stroom hebt die weer naar food grade gaat, al is het denkbaar dat we voor mechanisch recycling eerst een tussenstap maken met cosmeticaverpakkingen. Hierbij zijn de eisen ook hoog, maar toch iets lager dan voor voedselverpakkingen.’ Volgens Zondervan is onderzoek nodig naar alle schakels van het recyclingproces, waarbij mechanische en chemische recycling complementair worden toegepast op de afvalstromen. ‘Wat je bij het sorteren kunt oplossen, scheelt in de volgende stap en dat geldt ook andersom. Alle schakels grijpen op elkaar in. Het is duidelijk dat de hele keten moet samenwerken om deze goed functionerend te krijgen.’
 
Plastic als grondstof
Niet alleen de recyclers en fabrikanten, maar ook de grote merkeigenaren hebben belang bij zo’n goed functionerende keten; één waarin de afvalstromen in een vloeiende beweging tot ruime hoeveelheden herbruikbare grondstof worden verwerkt. Tummers (Unilever): ‘De centrale vraag is wat mij betreft hoe we plastic als grondstof een plek geven in de circulaire economie. Dat is een gecombineerd economisch en milieuvraagstuk, waar we als Nederland heel goed in zijn. Maar we zijn op dit moment helaas druk met het verplaatsen van de problemen, zoals met het beperken van de afvalimport en -export en belastingen die een averechts effect hebben. De overheid moet juist zorgen voor de adequate prikkels in het systeem. Zo zijn harmonisering in het inzamelbeleid en een goede infrastructuur nodig. Daarnaast kan door bedrijven met eco-designtools worden gewerkt en is in de sortering veel winst te boeken, zoals met geavanceerde nascheiding door betere scanapparatuur. Innovatieve chemische recyclingtechnologieën moeten worden opgeschaald om hoogwaardig gerecycled plastic te genereren, naast het verbeteren van mechanische recycling. Tegelijkertijd moeten fabrikanten en afnemers een commitment afgeven voor substantiële volumes en een dergelijk commitment zeker niet een aantal jaar vooruitschuiven.’ In het geval van Unilever is dat commitment zonneklaar. Met verregaande doelstellingen rond de inzet van recyclaat zet het concern zichzelf op scherp. Of de doelen worden gehaald, hangt niet alleen af van Unilever zelf. Tummers steekt het gevaar van imagoschade dan ook niet onder stoelen of banken. ‘Intern hebben we het vaak over imagoschade gehad. Heel eerlijk, dat risico bestaat als je een grote broek aantrekt en je levert niet. Maar als je geen uitdaging dur£ aan te gaan, twijfel je dan niet aan de eigen intentie om het plasticprobleem op te lossen? We gaan liever zo ver mogelijk om straks te kunnen zeggen dat we 95 procent van onze doelstelling hebben gehaald, dan nu een lager doel te stellen.’ 
 
Actieplan Toepassen recyclaat
Voor een goed functionerende keten is niet alleen veel onderzoek nodig, maar ook veel geld. Het vergaren van de financiële middelen is tot nu toe een lastige opgave gebleken: de benodigde budgetten voor de projecten zijn slechts ten dele rond. Daar komt bij dat de recyclingbranche de investeringen in nieuwe technieken deels zelf zal moeten opbrengen. Ook dat zal moeilijk worden, aangezien door de lage olieprijs veel bedrijven het water momenteel aan de lippen staat. Om die reden moet de blik niet alleen op de lange termijn worden gericht, maar ook op de korte termijn, zegt Erik de Ruijter, directeur Beleid en advies van de NRK. Gedurende het programma zorgt de NRK naast de coördinatie van de stuurgroep ook voor afstemming van de projecten binnen het ‘Actieplan Toepassen recyclaat’. ‘Hierin komen de acties voor 2030, maar ook de plannen voor de komende twee jaar, omdat er momenteel een zeer urgent probleem is met de afzet van recyclaat. Daar moeten we nu de meeste aandacht aan besteden. De olieprijzen en volumes zullen niet sterk veranderen. De vraag wat we moeten doen om gerecyclede kunststoŽen goed in de markt te zetten, heeft de hoogste prioriteit.’ Ook de grote merkeigenaren hebben belang bij een keten waarin de afvalstromen in een vloeiende beweging tot ruime hoeveelheden herbruikbare grondstof worden verwerkt.
 
 
www.kunststof-magazine.nl | september-oktober 2020​ | Dennis Derksen